Michel is een Italiaan, maar bracht het grootste deel van zijn jeugd door in Marseille in Frankrijk. In 1944 kwamen zijn ouders om bij een bombardement; Michel gaat kort daarna weer terug naar Italië waar hij een succesvolle carrière maakt.
Dertig jaar later keert hij terug om de begrafenis van een oude tante mee te maken. Hij ziet er zijn twee zusters en zijn zwagers, neven en nichten die hij nog nooit heeft gezien. Onder hen is een andere Michel, die beter bekend is als Mino. Deze achttienjarige jongen blijkt een kleine misdadiger. Op de begrafenis steelt hij zelfs de auto van zijn oom Michel.
Hij besluit om de diefstal zelf op te lossen omdat hij de hulp van de politie voor de familie te pijnlijk vindt. Langzaam komt hij achter de gewoontes van de jongen, maar herontdekt daarbij zijn eigen jeugd in Marseille. Als hij steeds dieper in zijn eigen jeugd duikt, gaat de politie zich ook met Mino bemoeien. Als Michel op een dag door de straten loopt hoort hij schoten. Hij ziet iemand vallen. Het is Mino, en voor de eerste keer kijken de twee elkaar in de ogen.