Voor vierenhalfduizend pond maakte de Schot Bill Douglas voor het British Film Institute de korte film My Childhood, een gedramatiseerde documentaire. Uitgangspunt voor de film waren zijn herinneringen aan de tijd dat hij als achtjarig jongetje woonde in het mijnwerkersdorpje Newcraighall, even ten zuiden van Edinburgh. Een jaar later volgde het tweede deel: My ain Folk en eind 1977 rondde hij met My way home deze autobiografische trilogie af. My childhood speelt zich af in 1945. De acht jaar oude Jamie woont met zijn vier jaar oudere broer Tommy bij zijn grootmoeder in een mijnwerkersdorpje bij Edinburgh. Zijn grote vriend is Helmut, een Duitse krijgsgevangene die met zijn lotgenoten landarbeid verricht bij boeren in de omgeving. De jongens weten niet wie hun ouders zijn, maar Tommy accepteert en man die hem voor zijn verjaardag een kanarie geeft als zijn vader. Oma stuurt de man weg en probeert het vogeltje te doden. Tommy redt de kooi met het beestje en verstopt ze in de kelder. Jamie volgt een man met een hond, van wie Tommy zegt dat het zijn vader is. De relatie tussen de man en Jamie ontwikkelt zich echter niet zo, dat het zijn vriendschap met Helmuth kan vervangen. Wanneer de jongens na een luchtaanval vanuit een schuilkelder terugkeren, blijkt dat de hongerige kat, Jamie’s lievelingsdier, de kanarie heeft opgegeten. Tommy slaat de kat dood, gooit het beest op straat en rent naar de spoorbrug, terwijl Jamie naar zijn ‘vader’ blijft kijken.
Oma neemt Jamie met de bus mee naar Mary, die zijn moeder blijkt te zijn. Ze is opgenomen in een psychiatrisch ziekenhuis. Als de oorlog voorbij is, wordt Helmuth naar zijn land teruggestuurd. Jamie is ten einde raad. Bang dat zijn oma, nadat ze op haar stoel ineengezakt is, dood is, vlucht hij het huis uit en springt vanaf de spoorbrug op het dak van een passerende trein.