Winnaar van de festivals van Locarno en Thessaloniki in 1978 was de film Luiaards van het vruchtbare woud van Nikos Panayotopoulos. De film kan gekarakteriseerd worden als een parabel, een allegorie of filosofische fabel, maar is bovenal een sarcastische film vol zwarte humor. De film gaat over een vader die zich met zijn drie zoons en een dienstmeisje in een landhuis heeft teruggetrokken nadat ze een aanzienlijk vermogen geërfd hebben. Desinteresse, luiheid, lamlendigheid en slaap overvallen de leden van dit gezin op alle niveaus. In deze verbazingwekkende familie overheerst het nietsdoen en deze deugd wordt gekoesterd en verzorgd als een kostbare plant.
De vader kwalificeert zijn jongste zoon als ondankbaar, omdat hij eraan denkt te gaan werken. Dan de oudste zoon, die doorgaat als de slimste van allen. Al zeven jaar brengt hij zijn leven door in bed. Hij staat alleen op om aan tafel te gaan. De tweede zoon heeft ervan afgezien te gaan trouwen met de vrouw waar hij van houdt; hij is bang dat ze het aangename nietsdoen, dat het huis beheerst, zal verstoren. Zal de jongste zoon de stommiteit begaan in de stad werk te gaan zoeken? Het dienstmeisje is de enige die echt leeft in dit huis, waar geen zuchtje wind de voorgeschreven slaap verstoort. Ze bekommert zich om het gezin als om een stel zieke kinderen. Ze komt tegemoet aan de meest onuitsprekelijke verlangens en draagt ze zelfs op haar schouders, met een grenzeloze tolerantie en een onbewust gevoel van medeplichtigheid.