Als het vijftienjarige straatkind Qodrat is opgepakt voor het illegaal doorverkopen van bioscoopkaartjes, wordt hij in een weeshuis geplaatst, aan de rand van Kaboel. Hij krijgt er voor het eerst in zijn leven onderwijs, gaat op schoolreis naar Moskou, maakt vrienden, wordt verliefd en probeert intussen uit de buurt te blijven van twee oudere jongens die een tiranniek bewind voeren over de slaapvertrekken. Qodrats liefde voor film kleurt zijn meest levendige herinneringen, waarin hij en zijn vrienden elkaar als Bollywoodsterren toezingen.
De dagboeken van Anwar Hashimi, die samen met Shahrbanoo Sadats eigen herinneringen aan de basis stonden van haar speelfilmdebuut Wolf and Sheep, leverden ook het materiaal voor haar tweede film, die zich eind jaren tachtig, begin jaren negentig afspeelt: vlak voordat het Sovjet-gezinde regime van de Watanpartij ten einde kwam. Rauwheid en nostalgie vloeien in elkaar over in dit bitterzoete opgroeidrama, met Hashimi zelf in de sympathieke rol van groepsbegeleider.