Direct naar inhoud
29 Jan – 8 Feb 2026

De kunst van mensen de wereld laten zien

Gepubliceerd op:

Met het retrospectief Focus: Katja Raganelli brengen we tijdens IFFR 2025 een eerbetoon aan het werk van de Duitse documentairemaker en filmhistoricus. IFFR-programmeur Olaf Möller duikt in de achtergrond, werkwijze en invloed van Raganelli en haar werk.

Ooit bood televisie kijkers niet alleen entertainment, maar ook kennis – precies wat ze van het medium verwachtten. Hoewel weinig mensen destijds de tv aangezet zullen hebben om meer over de wereld te weten te komen, bleven ze misschien toch kijken als er een programma voorbijkwam waar ze iets van konden leren. Eerder had film die rol al vervuld met korte voorfilms, maar die waren vervangen door reclame en trailers, en misschien een enkele korte film met artistieke waarde, die tegen die tijd volledig misplaatst aanvoelde.

Tv had nog niet het strakke format van vandaag de dag, waardoor je onverwacht op iets leerzaams kon stuiten. Liveprogramma’s mochten uitlopen, dus alles wat daarna kwam, begon later of werd uitgesteld. Maar die informatieve programma’s hadden één probleem: televisiegidsen en dagbladen meldden er weinig over, zeker als ze op een vast tijdstip werden uitgezonden. Het tijdstip en heel soms het onderwerp van die week of maand werd aangekondigd, maar meer niet – dus ook niet wie de maker was. In die omstandigheden maakte Katja Raganelli van begin jaren zeventig tot eind jaren negentig haar documentaires. Om die reden is ze ook in de Bondsrepubliek Duitsland, waar al haar films zijn geproduceerd en uitgezonden, nauwelijks bekend. Ze werden zelden besproken in de media en vrijwel nooit herhaald, want dat was destijds het lot van die werken.

Raganelli is geboren op 28 november 1938 in Split (Joegoslavië). Ze had zich haar filmtoekomst heel anders voorgesteld toen ze als een van de uitverkorenen, en een van de weinige vrouwen, werd toegelaten tot de net opgerichte Film- en Televisieacademie in München. Flarden van Raganelli’s oorspronkelijke ambities zijn terug te zien in haar studieprojecten, die we vorig jaar hebben vertoond in Cinema Regained: het ietwat duistere surrealisme van Die Entscheidung (1969), de popart-achtige sfeer van Die Flucht (1970) en El Cigarron (1971). Speelse vingeroefeningen met een ironisch, zeitgeistachtig tintje, politiek tot op het bot, maar in een toegankelijke vorm. Een zeldzaam talent dat zich nog in allerlei richtingen kon ontwikkelen. Het is veelzeggend dat deze korte en middellange films vergelijkbaar waren met die van haar medestudenten Wim Wenders, Gerhard Theuring, Michael Hild, Bernd Schwamm, Matthias Weiss en Rüdiger Nüchtern, maar dan met een compleet andere toon. Terwijl de mannen bloedserieus waren, zaten haar films vol humor, wat destijds in populaire films heel gebruikelijk was, maar niet in artistieke films. De verrassend volwassen werken zijn ook beïnvloed door haar studies en beroepskeuzes: ze is opgeleid tot pianoleraar, maakte deel uit van het Jeugdensemble van het Nationale Theater van Split, studeerde filosofie en literatuur aan de Universiteit van Belgrado en regie en dramaturgie aan de Theateracademie van Belgrado. Toen ze in 1964 in München aankwam, had ze dus al veel geleerd en gedaan waar ze in haar latere carrière als speelfilmmaker profijt van had kunnen hebben.

Maar zover kwam het niet. Na een slechte ervaring met een zelfgeschreven scenario dat ze ook wilde regisseren, maar dat werd overgedragen aan een meer ervaren regisseur, stortte Raganelli zich op televisiedocumentaires. Daar kon ze de huur mee betalen en het bevredigde haar onverzadigbare nieuwsgierigheid naar de wereld. Bijkomend voordeel was dat ze kon samenwerken met haar vriend (en later tweede echtgenoot) Konrad Wickler, met wie ze de productiemaatschappij Diorama Film had opgericht. Haar films beginnen meestal met ‘Een film van Katja Raganelli en Konrad Wickler,’ hoewel de laatste eigenlijk alleen verantwoordelijk was voor het camerawerk. Dat zegt veel over haar: deze films waren samenwerkingsprojecten waarin de regisseur slechts een van de schakels is. Al snel spitste ze zich toe op twee onderzoeksgebieden: ten eerste, eten – Raganelli regisseerde veel afleveringen van het programma à la carte voor de Bayerischer Rundfunk – en ten tweede, relevanter voor dit programma, film. 

Laten we even een stap terug doen. Afhankelijk van waar je woonde, waren de jaren zeventig en 80 een geweldige tijd om enthousiast te worden over film – dankzij de televisie. De Bondsrepubliek Duitsland was zo’n plek. Achteraf voelen die decennia als een verloren paradijs vanwege alle regisseurs en filmculturen die je kon ontdekken dankzij een aantal toegewijde eindredacteuren. Programmeren en produceren gingen vaak hand in hand en documentaires als die van Raganelli werden meestal gemaakt als aanvulling op bepaalde films die werden uitgezonden. Om die geschiedenis en werkwijze te eren, vertonen we Raganelli’s films dan ook altijd samen met werken van de geportretteerde filmmakers.

Soms kocht een eindredacteur een paar films en wilde die met een documentaire van context voorzien. In andere gevallen ontmoette Raganelli een filmmaker (in Raganelli’s geval vaak een vrouw) en probeerde ze een eindredacteur voor haar werk te interesseren. Vaak filmde Raganelli op de bonnefooi, dus zonder opdracht, een interview en andere dingen die ze nodig had voor een documentaire. Zoals Joan Tewkesbury (1982) laat zien, zijn niet al haar interviews een film geworden. Het materiaal voor een aantal nooit voltooide portretten, o.a. van Joan Darling, Martha Coolidge en Astrid Henning-Jensen, ligt nog altijd in haar kluis te wachten om eindelijk vertoond te worden

De films die Raganelli onder deze bijzondere omstandigheden maakte, moesten vooral informatief en toegankelijk zijn. Dankzij dit nobele streven maakten mensen kennis met bijvoorbeeld Agnès Varda, Valie Export of Márta Mészáros, van wie ze anders mogelijk nooit gehoord zouden hebben, en bekeken ze misschien een van hun films als die werd uitgezonden. Raganelli’s werk was in veel opzichten bijna anoniem, maar heeft grote groepen mensen veel geleerd en maakte ze in de eerste plaats nieuwsgierig naar film en daardoor ook naar de wereld. Het is lastig om de invloed die ze heeft gehad te meten. Het enige wat we kunnen doen is haar erkennen als grootmeester van de documentaire en filmhistoricus, die met haar research niet alleen primaire bronnen creëerde in de vorm van haar interviews (zowel hoe ze ze in haar films gebruikt als het ongemonteerde materiaal), maar ons ook een visie op film biedt. Haar oeuvre als geheel, met zijn bredere verbanden en vele omwegen en zijpaden die samen een innerlijke ideeënwereld vormen, moet namelijk gezien worden als één groot essay. Wij bieden hier slechts een eerste, bevooroordeeld en onvolledig overzicht. Dit is nog maar het begin.

geschreven door Olaf Möller

Een lijst met artikelen