Dit speelfilmdebuut werd bij de premièrevertoning op het filmfestival van Belfort in Frankrijk nadrukkelijk door het jonge publiek omarmd en zelfs bekroond met de publieksprijs. Hoewel de film op het eerste gezicht een aantal kenmerken bezit die vaak aan Franse cinema worden toegeschreven - zoals eindeloos gepraat - is La vie au Ranch onmiskenbaar dwars en anders. De aantrekkingskracht van de film schuilt in de herkenbare schets van het moderne studentenleven in Frankrijk - en universeler - de regisseur slaagt erin iets onzegbaars duidelijk te maken over een heel bepaalde leeftijd. Hoewel ze zelden of nooit alleen in beeld is, focust de speelse, schijnbaar improviserende camera op de twintigjarige Pam, die samen met Manon een flat, de 'Ranch', deelt. Hun woonkamer lijkt constant gevuld met uiteenlopende hoeveelheden andere studentes en een enkele jongen. Hun voornaamste bezigheid: praten. Praten tijdens de vele feestjes, praten als ze uitgaan, en de volgende ochtend napraten. Over Lola die door haar vriendje aan de kant is gezet, over de laarzen van Manon, over de blaasontsteking van Pamela. Ze praten tot ze er hees en schor van zijn. Ze zijn zeer tevreden over zichzelf en vinden zichzelf geniaal! Toch doorbreekt een andere, minder narcistische realiteit zo nu en dan die typische staat van studentikoze onthechting waarin de dames verkeren.