In 1988 voert de conservatieve regering van Margaret Thatcher het inmiddels beruchte artikel 28 in, een wet die de bevordering van homoseksualiteit verbiedt. Jean is gay, maar niet uit de kast. Overdag werkt ze als gymdocent op een middelbare school, ’s avonds speelt ze pool in de plaatselijke lesbiennebar met haar partner en vrienden. Hoewel ze schijnbaar behendig laveert tussen die grenzen, voelt het constant gescheiden houden van die werelden verstikkend ongemakkelijk: Jean reageert neutraal op de homofobe grappen van haar leerlingen, omzeilt de terloopse, wrede opmerkingen van haar getrouwde zus en voelt zich nog altijd niet op haar gemak als ze logeert in de leefgemeenschap van haar partner. Als de druk van de stigmatiserende wet te groot wordt en er een nieuwe leerling verschijnt, moet Jean haar timide politieke houding herzien om te bepalen wie ze is en wie ze kan zijn.
Het op 16mm gedraaide speelfilmdebuut vol fraaie, diepe, levendige blauwtinten van de Britse auteur-regisseur Georgia Oakley is geen typische terug-naar-de-jaren-80-film, maar voelt eerder als een vergeten, realistisch toneelstuk uit die tijd. Met de ingetogen en zelfverzekerde esthetiek van queerklassiekers van bijvoorbeeld Donna Deitch en Chantal Akerman, en het authentieke acteerwerk van hoofdrolspeler Rosy McEwen is Blue Jean een intieme, onopgesmukte karakterstudie die speelt in een tijd van geïnstitutionaliseerde stigmatisering. Ook nu nog uiterst relevant.