Om de benadering voor zijn tweede lange film duidelijk te maken verwijst Lacuesta naar Johan van der Keuken, die in plaats van de traditionele scheiding tussen documentaire en fictie liever films verdeelde in de ‘a-priori’ – van te voren gepland en berekend – en de ‘impromptu’, gericht op het zoeken en de ontdekking, en openstaand voor de spontane gebeurtenis. Het moge duidelijk zijn dat Lacuesta’s film in de tweede categorie valt, zoals dat ook met Van der Keukens oeuvre het geval is. La leyenda del tiempo is dus ‘geschreven’ in de tegenwoordige tijd. De film volgt twee mensen die als zichzelf gefilmd worden. Het eerste deel is een ontroerend, sensitief portret van de dertienjarige zigeunerjongen Isra. Hij is geboren op het eiland San Fernando in de baai van Cádiz, in het sterfjaar van de grootste aller flamencozangers, Camarón de la Isla. Het behoort tot de rouwverplichtingen bij de dood van zijn vader dat hij niet mag zingen. Hij droomt ervan het eiland te verlaten. We volgen hem in het jaar dat zijn stem breekt en een eerste verliefdheid zich aandient. In het tweede deel, dat eerder de vorm van een kort verhaal heeft, vertelt de Japanse verpleegster Makiko hoe ze naar het eiland is gekomen om te leren zingen als Camarón, terwijl haar zieke vader in Japan achterblijft. De verhalen van Makiko en Isra, die in dezelfde periode op dezelfde plek zijn zonder elkaar te ontmoeten, spiegelen en versterken elkaar op onverwachte wijze. (GT)
Film details
Productieland
Spanje
Jaar
2006
Festivaleditie
IFFR 2006
Lengte
109'
Medium/Formaat
35mm
Taal
Japans, Spaans
Première status
Wereldpremière
Regisseur
Isaki Lacuesta
Producent
Paco Poch, Mallerich Films Paco Poch, S.L., Jaleo Films, De Palacio Films