Opdracht achteraf: “Politieke invloed”

Voor het vak burgerschap/maatschappijleer hebben jullie onlangs gekeken naar de film Les misérables van Ladj Ly tijdens het Internationale Film Festival Rotterdam (IFFR). De film geeft een kritische kijk op één van Frankrijk zijn meest beruchte achterstandswijken: de Banlieue (Parijs). De film brengt problematiek in beeld, die je ook naar Nederland zou kunnen vertalen, namelijk: onrecht.

Tijdens de film hebben jullie kunnen zien dat de wet niet altijd correct wordt toegepast. Als gevolg daarvan wordt de wet als onrechtvaardig ervaren. Onrecht is een concept dat net zo oud is als de mensheid. Op verschillende wijzen heeft de mens altijd gestreden tegen onrecht. Ook vandaag de dag zien we vele protesten, demonstraties of andere vormen van verzet dat voortkomt uit een onrechtvaardig gevoel dat mensen kunnen hebben. Filmregisseur Ladj Ly weet op een hele eigentijdse manier het gevoel van onrecht in beeld te brengen.

Je ziet de personages in de film worstelen met een onrechtvaardigheidsgevoel. Om daar iets tegen te doen en iets voor elkaar te krijgen, moet je als mens politieke invloed uitoefenen. Stemmen is de meest bekende manier van politieke invloed uitoefenen, maar er zijn nog 5 andere manieren. In de bijlage vind je deze 5 manieren.

In deze opdracht werk je in groepen van 3 tot 4 leerlingen.

1. Kies één van de vijf manieren van invloed.
2. Denk terug aan de film en neem een situatie waarbij “onrecht” in beeld werd gebracht. Deze scène vond plaats in Frankrijk. Ken jij een soortgelijke situatie van “onrecht” in Nederland? Bespreek deze met elkaar.
3. Jullie groep bedenkt een oplossing voor deze onrechtvaardige situatie. Kies welke van 5 manieren van politieke invloed jullie kan helpen bij het oplossen van deze situatie.
4. Jullie beschrijven een plan waarmee jullie de situatie kunnen oplossen.
   Beschrijf in een paar zinnen:
   - waarom jullie voor welke situatie van onrecht hebben gekozen
   - welke situatie uit de Nederlandse samenleving jullie hebben bedacht
   - via welke van de 5 manieren jullie de situatie op willen lossen
   - hoe die situatie er daarna uit zou zien
5. Stel dat jullie dit plan uit zouden voeren, wie zou dan welke taak op zich nemen en waarom? Beschrijf de kwaliteiten van de groepsleden.
6. Presenteer jullie idee aan de klas binnen 3 minuten via de volgende vragen:
   - Waarom hebben jullie gekozen voor jullie situatie en manier van invloed uitoefenen?
   - Hoe gaan jullie het plan uitvoeren? Welk groepslid neemt welke taak op zich?
   - Wat willen jullie uiteindelijk bereiken?
7. Iedereen presenteert zijn plan.

Indien er tijd over is kunnen de volgende onderdelen ook uitgevoerd worden:

Net zoals in de politiek, kan ook in dit geval niet ieder idee uitgevoerd worden. Er kunnen uiteindelijk maar 3 ideeën gekozen worden en dat gebeurt op de volgende manier:

1. Ieder groepje overlegt onderling welk plan ze willen steunen op basis van de volgende vragen:
   - Geloven we in het plan?
   - Wat levert het ons in de Nederlandse samenleving op?
2. Nadat ieder groepje onderling een ander idee heeft gekozen wordt aan de docent vertelt welk groepje is gekozen. De docent maakt een overzicht.
3. Na het overzicht heeft ieder groepje 1 minuut om een ‘pitch’ te doen. Binnen deze minuut kun je andere groepen overtuigen om op jouw idee te stemmen.
   Let op: je mag hierbij bijvoorbeeld ook een ander groepje toezeggen dat je hun plan zult steunen. 
4. Na de overtuigingsronde maakt de docent opnieuw het overzicht op en worden de uiteindelijke 3 ideeën gekozen.

Indien mogelijk en gewenst kunnen jullie als klas besluiten deze ideeën echt met de politiek te delen en wie weet wordt jullie idee wel overgenomen om verandering teweeg te brengen.