Primair onderwijs

Aanbod 2018

Op deze pagina vindt u informatie over International Film Festival Rotterdam, de schoolvoorstelling die u gaat bezoeken en achtergrondinformatie bij de geselecteerde films. Het lesmateriaal bestaat uit een gedeelte dat voorafgaand aan het festivalbezoek gebruikt kan worden: vragen die u met uw leerlingen kunt gebruiken in de voorbespreking en een opdracht. Ook is er een gedeelte dat gebruikt kan worden na afloop van het festivalbezoek, hier vindt u vragen voor de nabespreking en een opdracht. Voor uw leerlingen is er een aparte pagina samengesteld met weetjes, achtergrondinformatie en opdrachten. Het lesmateriaal sluit aan bij kerndoelen 54, 55 en 56 van het primair onderwijs.   

Het festival

Dit jaar organiseert International Film Festival Rotterdam (IFFR) het festival voor de 47ste keer. Wat ooit in 1972 begon als festival in slechts twee zaaltjes is nu uitgegroeid tot een van de belangrijkste en grootste culturele evenementen in Nederland. Ook in het buitenland wordt IFFR hoog gewaardeerd, als festival dat zich richt op onafhankelijke en artistieke filmproducties uit alle windstreken. De eerste de beste Hollywood films zul je op IFFR niet tegenkomen, maar juist bijzondere films worden vertoond die daarna misschien nooit meer te zien zijn. De kunstzinnige films en haar makers staan tijdens IFFR in de schijnwerpers. Maar het publiek speelt ook een rol, zo kunnen zij tijdens de honderden zaalgesprekken in discussie gaan met de aanwezige filmmakers, acteurs en/of producenten. IFFR ziet het als een belangrijkste taak om jongeren, van de allerkleinsten tot jongvolwassenen, in aanraking te laten komen met het brede spectrum van de filmcultuur. IFFR biedt om deze reden al jaren een educatief programma aan, door middel van filmvoorstellingen, workshops, jongerenjury, colleges, masterclasses en debatten. Met succes, want afgelopen trokken de educatieve activiteiten meer dan 12.000 bezoekers.

Lees alles over IFFR

Programma

Speciaal voor de leerlingen in het primair onderwijs is er een selectie van 5 korte films gemaakt. Het programma bestaat uit 3 animatiefilms, 1 documentaire en 1 fictiefilm . De films zijn afkomstig uit: Nederland, Frankrijk en Hongarije. Op de leerlingenpagina kunt u een korte synopsis van de films lezen en bij sommige films ook een trailer bekijken. Als er een filmmaker van één van de films aanwezig is, kunnen uw leerlingen in gesprek met de maker. Een presentator begeleidt het programma en stelt de leerlingen voor en na de film vragen. 

Thema: ik en mijn omgeving

De films uit het programma komen uit drie verschillende landen en spelen zich af in verschillende delen van de wereld. De omgeving in zowel fysieke als bijvoorbeeld sociale zin is van belang voor de personages in de film. De omgeving bepaalt voor een deel de identiteit van de personages en is van invloed op hun handelingen. Zo zien we de ijsberen in Nanuuq in een veranderende omgeving op zoek naar een nieuw thuis. Het verlegen buitenbeentje in Polska Warrior kan wat moeilijk meekomen in zijn sociale omgeving, maar is juist een held in een online omgeving. De jongens van Heijplaters hebben hun vriendschap te danken aan de omgeving waarin zij opgroeien. Het meisje van Sing ervaart een verandering in haar sociale omgeving en moet haar plek vinden binnen het koor van haar nieuwe school. De leefomgeving in Catastrophe is beperkt tot een woonkamer die (per ongeluk) volledig wordt vernield door de acties van de kat. Ook voor de leerlingen zal het thema omgeving belangrijk zijn: waar voelen zij zich thuis? In welke sociale omgeving kunnen zij helemaal zichzelf zijn? Hoe kijken zij naar hun eigen omgeving: hun buurt, school en thuis? In hoeverre is deze omgeving van invloed op de persoon die zij zijn? Dit zijn de onderwerpen die voor, tijdens en na het filmbezoek worden behandeld. 

Gedrag in de bioscoop

Een film bekijken in een grote bioscoopzaal is natuurlijk heel anders dan thuis of in de klas. Om het voor alle leerlingen een leuke en bijzondere ervaring te laten zijn, vragen we u uw leerlingen voor te bereiden op het filmbezoek. Laat de leerlingen bedenken welk gedrag ze storend vinden tijdens het kijken naar een film. Maak naar aanleiding van de onderwerpen die ze aandragen enkele concrete afspraken, zoals: geen telefoons, geen voeten op de stoelen en niet hardop praten tijdens de voorstelling. Spreek ook met de andere docenten en begeleiders af hoe jullie tijdens de voorstelling gaan ingrijpen als leerlingen zich niet aan de spelregels houden en welke consequenties hieraan verbonden zijn. Wanneer leerlingen zich na ingrijpen door de begeleiders nog steeds niet aan de spelregels houden, kunnen zij door IFFR personeel verzocht worden de zaal te verlaten. 

Film – kort, korter, kortst! 

In het begin, toen de film net was uitgevonden, bestonden er alleen maar korte films. De eerste films duurden meer dan een eeuw geleden niet langer dan een minuut. Door verbeteringen konden films steeds langer worden. Maar zelfs vandaag de dag is de korte film nog steeds springlevend. Denk maar aan YouTube bijvoorbeeld. IFFR vindt dat de korte film niet onderdoet voor zijn ‘grote broer’, en zet ze dan ook echt in de schijnwerpers. Er zijn op het festival zelfs meer ‘shorts’ te zien dan lange films: honderden. Voor die films geldt ‘kort maar krachtig’. De maker van een korte film heeft vaak meer vrijheid om zijn eigen stempel te drukken op de film. Bij lange films eist het verhaal meestal de meeste aandacht op, bij korte films is de vorm vaak het belangrijkst. En hoe kort kort is? Op International Film Festival Rotterdam kan dat variëren van 1 minuut tot 59 minuten. In dit programma maken de leerlingen kennis met de enorme diversiteit aan kortfilms. 

Voorbespreking

Duur: 30 minuten
Nodig: digibord, internet, lesmateriaal voor de leerlingen

Neem kort klassikaal van iedere film door waar de film over gaat, wat voor soort film het is, uit welk land de film komt en bekijk (indien beschikbaar) de trailers.

  • Wat is International Film Festival Rotterdam? Wie is er weleens geweest? Of op een ander filmfestival? 
  • Wat is een filmfestival precies? 
  • Je kunt tegenwoordig op veel verschillende manieren film bekijken (laptop, telefoon, iPad, televisie, bioscoop). Wat vind jij de fijnste manier om film te bekijken en waarom? 
  • Normaal gesproken als je naar de film gaat zie je meestal een lange film, maar op het festival zie je juist korte films. Wie heeft er weleens een korte film gezien en waar ging die over?
  • Maken de leerlingen zelf wel eens films?
  • Op het festival zul je verschillende soorten films zien. Welke soorten films ken je? (fictie / speelfilm, animatie, documentaire). Wat zijn de verschillen? 
  • Welke film lijkt jou op basis van de foto en de beschrijving het meest interessant? Waarom?
  • In de films die jullie gaan zien is de omgeving van belang voor de personages. Ga met de leerlingen in gesprek over hun eigen omgeving. In welke sociale omgeving voelen zij zich het meest op hun gemak, is dat bijvoorbeeld op school, bij de sportvereniging, thuis of zelfs online? Waarom voelen ze zich daar het meest op hun gemak? 

Opdracht vooraf: Mijn (ideale) wijk

Duur: 45 minuten (5 minuten uitleg + 25 minuten opdracht + 15 minuten bespreking)
Benodigdheden : 1 A3 per leerling + stiften, lijm(stift)schaar, tijdschriften en/of internet, printer. Deze opdracht kan zowel analoog of digitaal worden uitgevoerd.

De leerlingen lezen de samenvattingen van de films en bekijken de trailers. Ze letten hierbij vooral op de omgeving. 

1.a) De leerlingen vouwen een A3 vel in tweeën. Ze bedenken dan tien woorden die ze bij hun eigen wijk/buurt vinden passen. 
1.b) Vervolgens zoeken de leerlingen op internet een foto van hun wijk/buurt, die ze het beste vinden passen. Ze kunnen ook zelf foto’s maken van hun wijk/buurt en deze toevoegen of een foto uit een tijdschrift kiezen die past bij de sfeer in hun wijk/buurt. Deze plaatjes plaatsen ze aan de linkerkant van het vel. 
2.a) De leerlingen mogen nu hun ideale wijk/buurt waarin zij graag zouden willen wonen beschrijven in maximaal tien regels. 
2.b) Aan de hand van de tekst die ze hierboven hebben opgeschreven over hun ideale wijk/buurt zoeken de leerlingen er tien plaatjes bij of maken ze tien foto’s. Aan de rechterkant van het vel maken ze een collage waarin de tekst en het beeld wordt verwerkt.
2.c) De leerlingen wordt gevraagd na te denken over wat voor invloed deze ideale wijk zou hebben. Zou hun leven er anders uitzien? Hoe zou hun leven er dan uitzien. Dit uitkomsten hiervan kunnen klassikaal worden besproken.

Nabespreking

Duur: 25 minuten

De nabespreking staat in het teken van verwerking en reflectie. Hieronder vindt u een aantal voorbeeldvragen voor een groepsgesprek over de films.

  • Wat vonden jullie van het bezoek aan het festival? 
  • Denk je dat je later nog eens IFFR gaat bezoeken? 
  • Wat vond je ervan om film om in de bioscoop te bekijken? 
  • Welke film vond je het meest bijzonder of apart? Welke film had iets dat je nog nooit eerder had gezien? 
  • Was er iets dat je niet begreep aan de films? 
  • Heb je jezelf herkend in een van de hoofdpersonages in een van de films? Waarin zat de herkenning? 
  • Waar denk je dat Nanuuq over gaat? (antwoord: het gaat over twee poolberen op de Noordpool die onderweg zijn en moeten omgaan met hun veranderende omgeving)
  • Ben je zelf bewust bezig met het milieu? Denk je er veel of weinig over na en waarom? 
  • Weet jij zelf wat je kunt doen om de opwarming van de aarde tegen te gaan? Bijvoorbeeld veel reizen met het OV, kort douchen, vegetarisch eten? Zo ja hoe komt dat?
  • Heijplaters gaat over vijf vrienden die met elkaar opgroeien in Heijplaat, wie van de jongens is je het meest bijgebleven na het zien van de film en waarom?
  • Hoe zou je Heijplaat beschrijven, wat voor beeld heb je van de wijk gekregen naar aanleiding van de documentaire?
  • In de film Catastrophe lijkt 1 dier de schuld te krijgen van de ongelukken. Welk dier is dat en vindt jij het terecht dat hij de schuld krijgt? Waarom wel of waarom niet?
  • Het meisje in Sing besluit in eerste instantie niet te zeggen dat ze niet mee mag zingen, uiteindelijk vertelt zij het toch aan haar vriendin. Hoe zou jij dit aanpakken? Zou jij het anders doen? Zo ja: hoe zou jij het aanpakken?
  • De jongen in Polska Warrior leefde liever in de virtuele wereld dan in de echte wereld. En jij: ben je liever online of in de echte wereld?

Opdracht achteraf: mijn ijsbeer

Duur: 50 minuten (25 minuten opdracht + 25 minuten bespreking)
Benodigdheden: stiften, potloden, papier, werkblad

In de film Nanuuq die de leerlingen hebben gezien, zagen we ijsberen onderweg naar een nieuw thuis. Aan het einde van de film verdwijnen ze in het water. Wat erna met de ijsberen gebeurt zie je niet in de film. In deze opdracht gaan de leerlingen een nieuw verhaal verzinnen waarin te zien is wat er met de ijsberen gebeurt. 

Download het werkblad en deel dit uit aan de leerlingen. Laat de leerlingen bedenken ze wat er zou gebeuren met de ijsberen. Vervolgens gaan de leerlingen dit verhaal tekenen in een storyboard op het werkblad. Een storyboard is een belangrijke fase in het proces van een film: het dwingt de maker om het verhaal in belangrijke scènes weer te geven en kan ook een idee geven van de stijl van de film. In de vakjes kunnen zij de belangrijkste gebeurtenissen in hun vervolgfilm tekenen en onderaan de vakjes kunnen ze opschrijven wat er in dit plaatje gebeurt, wie er te zien zijn en wat er gezegd wordt. De opdracht kan uiteindelijk klassikaal worden besproken: wat is er volgens de leerlingen gebeurt met de ijsberen? Hebben ze een nieuw thuis gevonden? Zo ja: waar en hoe zijn ze daar gekomen?

Download hier het werkblad.

Op zoek naar iets anders?

Ga terug naar de overzichtspagina

catastrophe.jpg

heijplaters.jpg

nanuuq.jpg

polska_warrior.jpg

sing.jpg

Lesmateriaal voor de leerlingen 

Bekijk het lesmateriaal