Educatie

Voor- en nabespreking

Hier vind je vragen die gebruikt kunnen worden bij de voor- en nabespreking in de klas.

Voorbespreking

Duur: 30 minuten
Benodigdheden: smartboard om klassikaal de informatie die er te vinden is (synopsis, trailer, genre, land) te bekijken.

Algemene vragen

Wat is IFFR? Wie is er weleens geweest? Of op een ander filmfestival? Wat is een filmfestival precies?

  • Antwoord: zie informatie onder lesbrief docent. Andere festivals o.a. Berlijn, Cannes, Venetië, maar ook Nederlands Film Festival en IDFA in eigen land. Dit Rotterdamse festival onderscheid zich door niet-commerciele cinema te vertonen (film als kunstwerk). IFFR programmeert een groot aantal films, premières, eenmalige vertoningen, regisseurs en acteurs op bezoek of rode loper, te winnen awards, andere activiteiten, persaandacht

Je kunt tegenwoordig op veel verschillende manieren film bekijken (laptop, telefoon, iPad, televisie, bioscoop). Wat vind jij de fijnste manier om film te bekijken en waarom? Voor welke film ging jij bewust naar de bioscoop?

Maken de leerlingen zelf wel eens films?

Op het festival zal je verschillende soorten films zien. Welke soorten films ken je? (fictie / speelfilm, animatie, documentaire). Wat zijn de verschillen?

  • Antwoord: fictie is altijd een nagespeeld verhaal, dit kan gebaseerd zijn op echte gebeurtenissen zoals in Titanic, maar het zijn wel acteurs die het naspelen. Non-fictie zijn films waarin niet geacteerd wordt. Het belangrijkste voorbeeld hiervan is een documentaire waarbij vaak het leven van echte mensen of dieren of gebeurtenissen worden getoond. Een animatiefilm is een film zonder echte mensen, dus met getekende (met de hand of computer) hoofdpersonen.

Inhoudelijke film vragen

Toen in 1995 La Haine (Mathieu Kassovitz) uitkwam wist Ladj Ly, de regisseur van Les misérables, het zeker: Ik word filmmaker! Deze film, die inmiddels een cultklassieker is, laat het leven van jongeren zien in de banlieues (buitenwijken aan de rand van een grote stad). Het is een keiharde film die erg confronterend is. Je ziet de enorme afstand die er letterlijk en figuurlijk is tussen het rijke gedeelte van Parijs (centrum) en deze banlieues/buitenwijken.

Wat weet jij van de banlieues/buitenwijken?

  • Antwoord: (Negatief) armoede, criminaliteit, sociale misstanden, hoge flats, rotzooi op straat, et cetera. (Positief) veel muziek op straat, hechte groepen (vriendschappen), culturele diversiteit, et cetera.

Waarom worden er veel meer films gemaakt over het centrum van Parijs en zelden over deze banlieues?

  • Antwoord: De mooie plaatjes van Parijs met historische bouwwerken zoals de Eiffeltoren voelen lekker vertrouwd aan, dat is het Parijs dat wereldwijd zo geliefd is bij het grote publiek. Dat past bij het imago van Parijs als stad van licht en liefde.

Wat voor soort film verwacht je eigenlijk?

  • Antwoord: een film waarin vooroordelen gedeeltelijk te zien zullen zijn (en eventueel ontkracht worden), waarbij verschillende groepen mensen op gespannen voet naast elkaar leven. Niet alleen tussen de bewoners van de banlieues en de politie, maar ook tussen de mensen in de banlieues onderling.

Nabespreking

Duur: 20 minuten
De nabespreking staat in het teken van verwerking en reflectie. Hieronder vindt u een aantal voorbeeldvragen voor een groepsgesprek over de films.

Algemene vragen

Wat vonden jullie van het bezoek aan het festival?

Wat vond je van het nagesprek (als er een filmmaker aanwezig was)?

Inhoudelijke film vragen

Wat viel je op aan het camerawerk?

  • Antwoord: Er wordt heel dicht op de huid gefilmd zodat je direct bij het verhaal betrokken wordt. Verder begint de film met echte beelden van de viering van het Wereldkampioenschap. Deze documentairestijl maakt het verdere verloop van de film ook gelijk realistischer. De beweeglijke camera, vooral bij de actiescènes, sleurt je mee in de actie. Er zijn weinig shots die van een afstand genomen zijn (long-shots), maar deze (in dit geval) droneshots/topshots schetsen een goed beeld van hoe de mensen in de banlieues wonen. In dit geval is het gebruik van de drone in de verhaalijn opgenomen.

Hoe werkt de montage?

  • Antwoord: De montage zorgde samen met het camerawerk voor een aangenaam tempo, wat naar het einde toe flink wordt opgevoerd. Ondanks dat er zoveel tegelijkertijd gebeurt, blijf je als toeschouwer goed op de hoogte van alle verschillende verhaallijntjes.

Was het acteerwerk realistisch?

  • Antwoord: Omdat veel figuranten ‘zichzelf’ spelen, vergeet je als kijker al snel dat we met een fictiefilm te maken hebben. De drie agenten hebben wel wat stereotype kenmerken, maar daardoor is het voor het publiek makkelijker te volgen. In dit geval gaat het om de foute agent die lak heeft aan bepaalde wetten, de stille bedachtzame agent en ‘the rookie’ uit de provincie die nog erg moet wennen aan de nieuwe situatie.

Wat voor ‘look’ heeft deze film (de zogenaamde art-direction)?

  • Antwoord: De film is gefilmd op locatie en de verschillende groepen zijn duidelijk te herkennen aan hun uiterlijk. Denk hierbij aan haardracht, kleding, maar ook tatoeages. Omdat de regisseur zelf is opgegroeid in deze buurt was het voor hem niet moeilijk om de juiste, realistische look neer te zetten.

Hoe wordt de filmmuziek in deze film ingezet?

  • Antwoord: Vooral de spannende scènes worden begeleid door opzwepende beats. Wat verder opvalt is dat er bijna geen ‘urban’ muziek is te horen, zoals hip-hop, wat vaker wel het geval is bij dit soort films. Zou dat een bewuste keuze zijn van de maker?

De film had een open einde, hoe denk je dat het zou aflopen wanneer de film verder was gegaan?

  • Antwoord: De twee meest voor de hand liggende antwoorden zijn: de politieman schiet op de jongen (voordat hij de brandbom gooit) of de jongen gooit de brandbom naar de agent toe. Maar ze zouden elkaar ook tegelijkertijd kunnen verwonden of vermoorden.

Waarom denk je dat de filmmaker heeft gekozen voor een open einde?

  • Antwoord: De filmmaker zegt hiermee dat de problemen (tussen de bewoners van de banlieues en de politie) niet zomaar opgelost kunnen worden en dus voorlopig zullen blijven bestaan. Er is sprake van een patstelling, een situatie waarbij beide partijen muurvast zitten.

Wat vind je er eigenlijk van dat er hier voor een open einde is gekozen?

  • Antwoord: Veel mensen hebben moeite met open eindes, we zijn al geconditioneerd door menig film en het meest klassieke open einde: ‘en ze leefde nog lang en gelukkig’.

Denk je dat er parallellen zijn tussen de banlieues daar en hier in Nederland?

Met welk personage kon je je het beste identificeren en waarom?

Zijn de karakters in deze film herkenbaar? Zou je in je eigen omgeving mensen kunnen aanwijzen die veel lijken op deze karakters? Zijn dat universele karaktereigenschappen?

Herkende je elementen uit de monoloog van Mahfoud Mokaddem in de film?

  • Antwoord: Ja, ook bij Mahfoud ging het om de verschillende type agenten waarmee hij in aanraking kwam, Susanne (de vrouwelijke agent) zag Mahfoud als een persoon, terwijl de mannelijke agent Mahfoud bij voorbaat zag als een verdachte. Die verschillende type agenten zie je ook in Les Miserables, deze personages vertegenwoordigen een bepaalde aanpak (in dialoog gaan of geweld gebruiken) t.a.v. het aanpakken van de problematiek in de banlieus. Mahfoud vertelt een verhaal gebaseerd op zijn eigen ervaringen en Ladj Ly (de regisseur van de film) vertelt zijn verhaal gebaseerd op zijn eigen ervaringen.