Verdieping

De priester die geen priester was

01 februari 2020

Verdieping

De priester die geen priester was

01 februari 2020

Over Jan Komasa’s Corpus Christi

Pater Tomasz is geen doorsnee priester. Hij drinkt, gebruikt drugs, heeft seks en schrikt niet terug voor een welgemikte kopstoot om een discussie in zijn voordeel te beslissen. Dat Tomasz niet lijkt op zijn collega’s heeft een reden: hij is helemaal geen priester. Hij is zelfs niet de echte pater Tomasz, maar Daniel, een jeugddelinquent die even niet gezien wil worden als hopeloos geval.

De eerste keer dat we de twintigjarige Daniel, hoofdpersonage van Corpus Christi, zien zit hij nog vast in jeugddetentie. Hij houdt de wacht terwijl een van zijn medegevangenen door de rest wordt ‘gedisciplineerd’. Van zijn gezicht is weinig emotie af te lezen. Het is eten of gegeten worden. Hoe anders is het in de daaropvolgende scène, waarin Daniel met tranen in zijn ogen luistert naar de echte pater Tomasz die vertelt dat God overal is.

In een hopeloze situatie is zijn geloof het enige lichtpuntje. Het liefst zou Daniel zelf ook priester worden, maar dat is met zijn cv uitgesloten. “Geen priesteropleiding accepteert veroordeelden zoals jij”, aldus de goedbedoelende kapellaan. Iedereen die naar Daniel kijkt, ziet vooral wat wij, de kijker, in de allereerste scène zagen: een delinquent.

Misschien is dat wel waarom Daniel zich in eerste instantie voordoet als priester in de lokale kerk waar hij binnenloopt, op weg naar zijn nieuwe baan in een houtzagerij: om even gezien te worden als iets anders dan een verloren zaak. Wat Daniel niet had verwacht is dat zijn priesterlijke diensten meteen worden ingezet. En wat blijkt? Zijn onconventionele aanpak is precies wat de dorpelingen nodig hebben.

Het klinkt misschien onwaarschijnlijk, maar Corpus Christi is geïnspireerd door een waargebeurd verhaal. Mateusz Pacewicz, die het script voor zijn rekening nam, schreef er eerder al een verhaal over. Een Poolse jongen genaamd Patryk deed zich drie maanden lang voor als priester en nam ook alle bijbehorende ceremonies voor zijn rekening. Het fenomeen komt vaker voor, ook buiten Polen. Eind 2018 werd in Spanje nog een man ontmaskerd die zich achttien jaar lang had voorgedaan als priester.

Waar het in de meeste gevallen gaat om geldelijk gewin, handelde Patryk uit een onbaatzuchtig motief: dit was zijn roeping! Patryk deed zijn werk eigenlijk zelfs beter dan zijn voorganger. Zijn verhaal vormde de eerste inspiratie, maar Pacewicz en regisseur Jan Komasa voegden er een aantal fictieve elementen aan toe, zoals de criminele achtergrond van Daniel en een trauma dat het dorp al tijden in zijn greep houdt.

Corpus Christi is geen komedie, al zitten er wel humoristische momenten in. Zoals wanneer Daniel tijdens zijn eerste biecht nog snel even googelt hoe het ook alweer gaat, dat biechten. Boven alles is het een onverwacht hoopvolle film; misschien niet zozeer voor Daniel, maar wel voor de mensheid in het algemeen.

Die hoopvolle boodschap slaat aan: op IFFR behoort de film tot de publieksfavorieten. Ook maakt Corpus Christi kans op de Oscar voor beste internationale film. Zo mag de Pool Komasa zich voegen bij het illustere rijtje van landgenoten als Andrzej Wajda, Agnieszka Holland en Pawel Pawlikowski, wiens film Ida in 2014 de eerste Poolse film was die ook daadwerkelijk een Oscar won.

Corpus Christi’s hoofdrolspeler Bartosz Bielenia, wiens gekwelde blik je nog lang na de film zal achtervolgen, heeft nog wel een ander idee waarom de film zo bij mensen resoneert. “Het verhaal is supersimpel, maar de personages zijn complex”, zegt hij. Wanneer Daniel voor het eerst met de dorpelingen in aanraking komt ziet hij een verscheurde gemeenschap. Het onverwerkte trauma is als een zwerende wond waarvan iedereen hoopt dat hij vanzelf wel geneest. Daniel stelt de wond bloot aan de hoognodige frisse lucht. Zoals regisseur Komasa het zelf omschrijft: “De dorpelingen hebben Daniel nodig, en Daniel de dorpelingen.” Langzaam, heel langzaam, begint er iets te veranderen. Dat zit ’m in de kleine dingen: een vrouw die zich zwijgend aansluit bij een begrafenisprocessie, een knikje van erkenning op een cruciaal moment, een lid van de parochie van wie je het minst verwacht dat die ‘God zegene je’ tegen je zegt.

Corpus Christi laat zien: we zijn allemaal mensen. Van de burgemeester die gewend is dat alles in de wereld te koop is, tot de oude bekende van Daniel die hem probeert te chanteren. “Veroordeel ons niet, begrijp ons”, zegt Daniel in een van zijn eerste preken. Als we het in ons hebben om het goede te zien in jeugddelinquent Daniel, waarom dan niet ook in de mensen om hem heen? Ieder mens is meer dan zijn slechtste daad.

Geschreven door Bregtje Schrudel

Andere berichten over IFFR 2020