Verdieping

Countdown IFFR XL (2011) 17: Films zien en dan sterven

09 januari 2011

RTV Rijnmond

Verdieping

Countdown IFFR XL (2011) 17: Films zien en dan sterven

09 januari 2011

Paul Verspeek bezoekt al 30 jaar het festival, als liefhebber en als verslaggever voor RTV Rijnmond. Voor de Countdown IFFR XL schreef hij een column over de ware helden van het filmfestival: de gewone bezoekers.

1988

Sterren stralen overal, maar niet in Rotterdam. Gong Li, Jacky Chan, dan heb je het wel zo’n beetje gehad. Hou Hsiao-hsien? Daar heeft buiten de arena van het festival echt niemand van gehoord. De rode loper ligt er voor de gewone bezoekers. Zij zijn de echte helden van het Filmfestival Rotterdam.

Toch kom ik elk jaar legendarische figuren tegen: Joe Jackson, de Kerstman, Janis Joplin. U niet? Dan moet u straks maar eens goed opletten. Zo’n lange vent, kaal, kleine kraaloogjes. Sprekend Joe Jackson. In de loop van de tijd ben ik de vaste bezoekers namen gaan geven. “Hé, daar heb je James Joyce ook weer!”.

De hardcore fans vormen een soort ras. Een doorgaans zwijgende meute, gewapend met rugzakjes gevuld met proviand. Alsof ze elk moment moeten kunnen overleven, daar, in de schuilkelder die zij filmzaal noemen. Ze koesteren het donker, weg van de realiteit. Het festival bezoeken, it’s a way of life.

Natuurlijk, ik was best een beetje opgewonden toen ik in 1985 als één van de weinigen door had dat Eric Rohmer volkomen incognito in het Oude Luxor plaatsnam. Ik rook zijn deodorant. Hij, de Fransman die nooit naar festivals kwam. Maar de essentie van ‘Rotterdam’ zit in andere verhalen. Zoals dat van Kees, de buurjongen.

We woonden vele jaren naast elkaar, totdat hij trouwde en buiten Rotterdam ging wonen. Maar elk jaar keerde hij terug naar de stad, om het filmfestival bij te wonen. Ik kwam Kees altijd wel een paar keer tegen. In de verte zag ik de onmiskenbare grijns al op het gezicht. De grijns van het genieten.

Die grijns bleef, ook toen hij behoorlijk ziek werd in 2008. Hij pikte de nodige films mee en was gelukkig. In 2009 ging het eigenlijk niet meer. Het lichaam was verzwakt, maar de geest wilde nog. In een rolstoel, voortgestuwd door zijn vrouw, slaagde hij er toch nog in de nodige films te zien.

Zijn aanwezigheid werd toevallig vereeuwigd door het festival. In een kort filmpje op de website gaf hij een recensie van Troubled Water. Hij bleef, totdat het echt niet meer ging. Na enkele dagen festival moest Kees afhaken en hij ging naar huis, om te sterven.

Na een paar dagen begon het te knagen. De gedachte er volgend jaar zeker niet meer bij te zijn, was misschien ondraaglijk. Kon hij dan toch niet....? Het zou de laatste grote missie uit zijn leven worden. Letterlijk doodziek, maar nog net genoeg kracht om de reis naar Rotterdam aan te vangen.

Gezeten in een rolstoel reed hij nog één keer over de bioscooppaden die hij zo vaak had betreden. Honderden films moeten het zijn geweest. Een schatkamer, die hij zou meenemen in het graf. Op die zaterdag, de laatste festivaldag van 2009, zag hij nog twee films. Ongetwijfeld met een grote grijns op het gezicht.

Diezelfde nacht is Kees ingestort. Plannen om hem uit zijn lijden te verlossen, hoefden niet ten uitvoer te worden gebracht. Twee dagen na zijn allerlaatste film is hij uit zichzelf gestorven. Moe maar voldaan.

Tijdens de begrafenis waren filmstroken over de kist gedrapeerd, als rouwlinten. Niet, omdat een Groot Acteur was overleden, maar wel een Groot Festivalliefhebber.

Paul Verspeek

Kees over Troubled Water
In 2009, tijdens het laatste festival van Kees, werd de Noorse film Troubled Water van Erik Poppe vertoond op het International Film Festival. In dit korte filmpje, dat destijds voor deze website is gemaakt, geeft Kees zijn mening over Troubled Water.

 

Andere berichten over IFFR XL