Checkie is een werkloze, straatarme junk die erom bekendstaat alles te doen om aan drugs te komen. Zijn bestaan wordt gevuld door de dagelijkse heisa om aan geld te komen voor zijn volgende shot heroïne. Hij is iedereen geld schuldig: vrienden, verwanten, buren. Mensen gaan hem mijden. Toch is zijn verslaving lang niet zijn enige probleem, want zijn gezin zit ook flink in de penarie. Zijn ex-vrouw Nino heeft schoolgeld nodig voor hun zoontje van zeven, en is de wanhoop nabij omdat haar eigen zaak failliet is gegaan. Alsof de toestand nog niet dramatisch genoeg is, verschijnen er ook nog corrupte politieagenten op het toneel die misbruik willen maken van Checkies financiële nood door hem te gebruiken in een smerig spelletje. Dit ingetogen familiedrama is veel meer dan alleen een portret van drugsverslaving in Georgië of in het algemeen. Het is een beschouwing over een generatie die opgroeide onder communistisch bewind, en die een jaar of twintig oud was toen de Sovjet-Unie uiteenviel. Velen van hen bleken niet in staat zich aan te passen aan alle sociaal-politieke en economische veranderingen. Inmiddels zijn zij eind dertig, begin veertig, en staan ze bekend als de verloren generatie. In dit grauwe portret van een straatgeneratie vertelt Koguasjvili levendig, zorgvuldig en invoelend het verhaal van een man wiens leven bestaat uit innerlijke conflicten.