Deze film is een opmerkelijke verschijning binnen de Maleise cinema. Maleisië heeft naast de Maleise bevolking twee grote etnische gemeenschappen: de Chinezen en de Indiërs. Vooral de laatsten zijn binnen de cinema nagenoeg afwezig, omdat alleen Maleis gesproken films voor financiële ondersteuning in aanmerking komen. Dat weerhield Menon er niet van om de eerste Tamil gesproken film van Maleisië te maken. De film speelt zich af in de jaren zestig/zeventig op een rubberplantage, een erfenis uit koloniale tijden, zoals ook de Indiërs die op de plantage werken ooit door de Britten uit India werden gehaald. Centraal in het verhaal staat een familie die op de plantage woont en werkt. Ze werken hard voor een schamel loon en zijn voor alles afhankelijk van hun werkgever. Hoofdpersoon is Shanta, de ambitieuze dochter van het gezin. Ze heeft zich voorgenomen aan de universiteit te gaan studeren, wat binnen haar milieu zoiets betekent als naar de maan gaan. Een vrouw, een arme vrouw, een arme Indiase vrouw. Maar ze blijft streven naar het onmogelijke. De kracht van de film bestaat uit de authentieke, haast neorealistische tekening van het leven op de plantage. De regisseur groeide zelf op een plantage op en wist dus wat hij wilde laten zien. De film kon worden gemaakt dankzij de loyaliteit die er binnen de Maleise onafhankelijke filmwereld bestaat. Hoe Indiaas de film er ook uitziet, hij is onmiskenbaar een exponent van de huidige bloei van de Maleise independents. (GjZ)
- Filmmaker
- Deepak Kumaran Menon
- Première
- Wereldpremiere
- Productieland
- Maleisië
- Jaar
- 2005
- Festivaleditie
- IFFR 2005
- Lengte
- 91'
- Medium/Formaat
- DV cam PAL
- Originele titel
- Chemman chaalai
- Taal
- Tamil
- Producent
- Tan Chui Mui
- Productiebedrijf
- One Hundred Eye Sdn Bhd
- Sales
- One Hundred Eye Sdn Bhd
- Camera
- Albert Hue
- Production Design
- Sylvia Ong
- Muziek
- Hardesh Singh
- Website
- http://www.geocities.com/chemmanchaalai