Deze (zeer) lange documentaire ontstond als project voor de elfde Documenta (2002), de toonaangevende vijfjaarlijkse tentoonstelling van moderne beeldende kunst in het Duitse Kassel. Ottinger, die een grote staat van dienst heeft als eigenzinnig feministisch speelfilmregisseur, volgde bij het maken van deze film een haast etnografische werkwijze die ze eerder toepaste bij het grootse project Taiga (1991-92), een ruim acht uur durend verslag van haar reizen door Mongolië. Dit keer startte ze dichter bij huis. Vanuit haar woonplaats Berlijn maakte ze vele reizen door het voormalige Oostblok. De reizen voeren onder meer naar Odessa en Istanbul, maar ook naar vele onbekende en onbeminde plekken op het platteland. De film is als een persoonlijk reisdagboek. Mensen voor de camera reageren vaak direct op de vrouw achter de camera. Ottinger maakte geen objectieve reportage, maar geeft een persoonlijke en betrokken kijk op een land en een leven dat tegelijk veraf staat en dichtbij is. Met een gevoelig oog voor detail en veel respect voor de mensen die ze ontmoet schetst zij een beeld van de bevolking aan de rand van Europa, die niet heeft kunnen profiteren van het einde van de koude oorlog.
- Filmmaker
- Ulrike Ottinger
- Première
- Internationale premiere
- Productieland
- Duitsland
- Jaar
- 2002
- Festivaleditie
- IFFR 2003
- Lengte
- 364'
- Medium/Formaat
- Betacam Digi PAL
- Internationale titel
- Southeast Passage. A journey to new Blank Spots on the Map
- Taal
- Engels
- Producent
- Ulrike Ottinger Filmproduktion
- Sales
- Ulrike Ottinger Filmproduktion
- Scenario
- Ulrike Ottinger
- Camera
- Ulrike Ottinger
- Editor
- Ulrike Ottinger